Oplossingen om akkerranden te onderhouden

Datum

Thema

Landschap

Gebied

Oost-Vlaanderen
Contactpersoon

Begin september organiseerde de provincie Oost-Vlaanderen samen met Boerennatuur Vlaanderen een demomoment onderhoud van randen. Dit vond plaats in Bazel (Kruibeke) aan de rand van de Barbierbeek, die vanuit Sint-Niklaas door het bolle akkergebied van het Waasland in de richting van Kruibeke meandert, waar ze in de Schelde uitmondt.

Patrick Dieleman, Boerenbond

Gedeputeerde voor Landbouw Leentje Grillaert legde tijdens de verwelkoming uit dat dit moment kaderde in het Water-Land-Schapsproject ‘Barbierbeek Verbindt!’. “We willen de vallei behouden en versterken, maar willen dat doen samen met de landbouwers. Zij zijn een belangrijke partner. We willen bufferzones creëren, op vrijwillige basis en met passende vergoedingen. Daarbij is maatwerk nodig. Maar je zal deze namiddag merken dat ook maatwerk nodig is om deze meanderende waterloop te onderhouden. Het creëren van een win-winsituatie staat voorop. De bufferzones blijven volwaardig deel uitmaken van het landbouwareaal. We hebben momenteel 18 overeenkomsten, goed voor 3,7 km langs verschillende waterlopen – waarvan 3,4 km langs de Barbierbeek. Dit vergt een budget van 41.000 euro over 3 jaar.” Nadien bezochten we in kleine groepjes een aantal locaties, waar telkens enkele machines te zien waren.

Randen maaien

Marco Ringoot van Werkers vertelde dat de typische kleine percelen in het bolle akkergebied en ook de meanders van de Barbierbeek een uitdaging vormen voor de onderhoudswerkzaamheden. “We streven naar minimaal een extensieve oeverzone. De meanderende vorm van de beek bemoeilijkt ook de normale werkzaamheden en het is niet rendabel om die te bewerken met kleinere machines. Daarom streven we ook naar extensieve uitbating van de kleine perceeltjes binnen de sterkste meanders. Door de overstromingen zit er veel fosfaat in de bodem. We voeren het maaisel af om de bodem te verarmen.” De Firenze Erba 160 is een gedragen maaicombinatie met een kleine opvangbak. Deze configuratie laat toe om tot tegen de palen of bomen te maaien, zodat de niet gemaaide strook beperkt blijft tot 0,5 meter. “Een nadeel is dat alle gewicht op de vier banden rust, wat aanleiding kan geven tot bodemverdichting. Doordat de opvangbak vrij beperkt is, moet men geregeld het werk onderbreken om de bak te ledigen.” De Schouten Panda maai-laadcombinatie (zie hierboven) heeft een geïntegreerde aanhangwagen die op eigen wielen loopt. Dat lost het bodemverdichtingsprobleem op, maar maakt het geheel minder wendbaar. Tenslotte zagen we ook een Breviglieri-palenmaaier in werking. Die was uitgerust met een grote schijf die bij het raken van palen of bomen de maaier doet wegklappen. Zo kan men zo dicht mogelijk bij die obstakels maaien. Werkers wil een dergelijke machine aankopen en in handen geven van een groep landbouwers.

De meanders vormen een uitdaging voor de onderhoudswerkzaamheden.

Op een volgend perceel wees Mathias D’Hooghe van Boerennatuur Vlaanderen op het typische landschap van de bolle akkers. De bolle akkers waren eeuwen geleden een oplossing om de afwatering te verzekeren, wegens een moeilijk doordringbare bodemlaag. Daarom liggen er overal grachten rond de percelen en staan er vaak Canadapopulieren op de rand ervan. Dat maakt het moeilijker om de oeverstroken (het talud en de teeltvrije strook van 1 meter) te onderhouden. Om de plantengroei wat af te remmen, is het nodig om het maaisel af te voeren. De gemeente Kruibeke heeft een subsidiereglement voor landbouwers die de perceelranden maaien en het maaisel afvoeren. Die 5 cent per lopende meter helpt de kosten te drukken. We zagen de randenmaaier van Werkers aan het werk. Die kan dankzij zijn arm tot 5 meter buiten het middelpunt van de trekker maaien. Hij zuigt het maaisel aan met een cycloon en verspreidt het op het veld. Er zijn ook systemen met een transportbandje of met een soort van hooikeerdersysteem om dit effect te bereiken. Er was ook een standaard klepelmaaier die kon werken in een hoek van 45°, om het talud te maaien. Die was uitgerust met brede klepels, die door hun kracht het maaisel wegwerpen van de rand.

De Firenze Erba 160 is een gedragen maaicombinatie met een kleine opvangbak.
Bij de Breviglieri-palenmaaier doet de grote schijf de maaier wegklappen bij het raken van een paal of boom.
De randenmaaier van Werkers zuigt het maaisel aan met een cycloon en verspreidt het op het veld.
Een standaard klepelmaaier in verstek was uitgerust met brede klepels, die door hun kracht het maaisel wegwerpen van de rand.

Voedselakker

Op datzelfde perceel werd in het kader van een beheerpakket ‘Aanleg voedselakker’ een Tübinger mengsel ingezaaid. Daarin zitten heel wat bloeiende kruiden, waaronder korenbloem, kaasjeskruid, facelia en goudsbloem, die niet alleen aantrekkelijk zijn voor bijen, maar nadien ook zaden leveren die als voedsel kunnen dienen voor vogels zoals fazant en patrijs. Theo, de landbouwer van wie het perceel is, vertelde dat hij een overeenkomst aanging voor 3 jaar die hem 2275 euro/ha oplevert. Er mag niet bemest worden. Er werd handmatig gezaaid aan 12 kg/ha, nadat eerst een vals zaaibed werd aangelegd om een deel van de potentiële onkruiden te verwijderen. Begin september was de meeste bloei verdwenen en er was enige druk van hanenpoot, vooral aan de zijkanten van het perceel. Volgens Theo had dit zeker te maken met de groeizame weersomstandigheden. In principe ging het gewas zo blijven staan tot februari-maart vooraleer het te klepelen.

Ruwvoederwinning

Op een perceel langs de Gauwstraatbeek zagen we een brede rand die werd aangelegd met het beheerpakket ‘Aanleg en onderhoud gras/kruidenmengsel’. Luc Vande Ryse van de dienst Landbouw & Platteland vertelde dat die mee de waterkwaliteit moet verbeteren van de Barbierbeek, waarin de belendende beek uitmondt. “Daarnaast spelen ook erosiepreventie en het verbeteren van de biodiversiteit. Zeker bij de Barbierbeek, die plaatselijk sterk meandert, kan men hiermee ook moeilijk te bewerken lijnen rechttrekken. Maar we bekijken ook andere zaken die de landbouwers zouden kunnen aanzetten om mee in het verhaal te stappen.” Een daarvan is de mogelijkheid om een snede van het graskruidenmengsel te gebruiken als voeder. Op het bezochte perceel bevatte het mengsel een groot percentage vlinderbloemigen, met onder meer luzerne en witte klaver, en daarnaast korenbloem en kaasjeskruid. Vande Ryse verwachtte dat het aandeel witte klaver zou uitbreiden met de jaren, wat zeker een basis zou kunnen zijn voor ruwvoederwinning. De vraag is welke uitrusting het meest geschikt is. “Maaien met de cirkelmaaier en nadien hooien is mooi, maar erg arbeidsintensief en bovendien sterk weersafhankelijk. Een combinatie met een maaier vooraan en een opraapwagen achter de tractor kan dienen voor het oogsten. Voorwaarde is wel dat men het maaisel ofwel vers kan vervoederen ofwel rechtstreeks inkuilen.”

Op het perceel werd ook een kraan met maaikorf getoond, zoals die courant gebruikt wordt voor het onderhoud van waterlopen. Vande Ryse opperde dat een dergelijke uitrusting ook in staat moet zijn om de teeltvrije strook bovenaan het talud te onderhouden. Het voordeel is de grote reikwijdte, maar het ingewikkelde patroon dat de maaibalk met iedere beweging zou moeten volgen zou de werkzaamheden sterk vertragen.