Nieuws
Rendabiliteit van maaien met afvoer
Datum
Thema
Gebied
Fien Verbruggen
0474 94 17 90
fientje.verbruggen
@boerennatuur.be
Boerennatuur Vlaanderen, Werkers in Aanneming en de Vlaamse Landmaatschappij werkten in 2023 samen in het pilootproject ‘Beheerovereenkomsten maaien met afvoer’. De ervaring die in het project werden opgedaan, worden gebundeld in een eindrapport. Dit artikel ligt al een tipje van de sluier op.
Fientje Verbruggen, Boerennatuur Vlaanderen
De nieuwe maaivoorschriften voor beheerovereenkomsten verplichten landbouwers om hun stroken te maaien met afvoer. Echter, niet elke landbouwer beschikt over de juiste machines om te maaien met afvoer en/of vindt geen valorisatie voor het vrijgekomen gras. Om een oplossing te bieden aan deze landbouwers, startte Boerennatuur Vlaanderen samen met Werkers in Aanneming en de Vlaamse Landmaatschappij een pilootproject op. Het project begon op 1 mei en liep 15 december 2023 af.
Enkele cijfers
Tijdens het pilootproject werden 11 landbouwers ontzorgt met in totaal 15 ha beheerovereenkomsten (BO’s). Hiervan werd net geen 10 ha gemaaid. De te maaien BO’s werden in clusters opgedeeld. Per cluster werd een valorisatietoepassing gezocht voor het vrijgekomen maaisel. Zo werden in praktijk 5 verschillende toepassingen onderzocht:
- Veevoeder bij een lokale veehouder
- Bodemverbeteraar door het rechtstreeks in te werken op de akker
- Bodemverbeteraar in een composteringsinstallatie
- Grasvezels voor de productie van isolatiepanelen
- Groene energie door vergisting
Binnen het pilootproject betaalden de deelnemende landbouwers een vergoeding van 550 euro/ha/maaibeurt voor het maaien met afvoer van hun BO’s. Nadat de uitvoerders hun gewerkte uren hadden doorgegeven aan Werkers in Aanneming, kon een economische analyse gemaakt worden. Hieruit kunnen we concluderen dat deze vergoeding in de meeste gevallen (5/7) niet voldoende was om de kosten van de uitvoerder te dekken. De oorzaken van de hoge uitvoeringskosten zijn: (1) het verre transport tussen enkele valorisatietoepassingen en (2) de zeer kleine te maaien oppervlaktes van de beheerovereenkomsten.
Lokale valorisatie
Door de verschillende clusters samen met hun valorisatietoepassing te bekijken, komt duidelijk naar boven dat de clusters waar het maaisel lokaal verwerkt werd (< 3 km) ook de enige clusters zijn waarbij de vergoeding van 550 euro/ha voldoende was om de kosten van de uitvoerder te dekken. Cluster 2 en 3 zijn de clusters die het meeste verlieslatend waren. In cluster 2 werden 7 BO’s in de regio Bierbeek, Lubbeek en Holsbeek gemaaid met een maai-laadcombinatie. Het vrijgekomen gras werd gevaloriseerd bij A.W.B. Schots in Halen, hiervoor werd een gemiddelde afstand van 30 km afgelegd. Echter, door het kleine volume van de opraapwagen van de maai-laadcombinatie, werd er 4 keer op en af gereden tussen de BO’s en Schots. Dit zorgde ervoor dat er in totaal 240 km afgelegd werd.
In cluster 3 werden 13 BO’s in de regio Tienen, Landen, Hoegaarden gemaaid in drie aparte werkgangen. Het vrijgekomen gras werd gevaloriseerd bij een vergistingsinstallatie in Geer, hiervoor werd een gemiddelde afstand van 40 km afgelegd tussen BO en de valorisatiesite. De opraapwagen die voor deze cluster gebruikt werd, was groter dan deze van de maai-laadcombinatie, maar door de grote totale maai-oppervlakte en het natte najaarsweer waardoor het opgeraapte gras veel woog, werd er 3 keer op en af tussen de BO’s en de vergistingsinstallatie gereden, waardoor ook hier de totaal afgelegde afstand voor de valorisatie van het maaisel 240 km bedraagt.
Wanneer de transporttijd van en naar de valorisatiesite uit de gemaakte kosten gehaald wordt, kan de kostprijs van het maaien met afvoer en het transport tussen de beheerovereenkomsten berekend worden. De kost voor cluster 2 daalde zo met 900 euro/ha, voor cluster 3 was dat 200 euro/ha! Deze cijfers bewijzen dat transport naar de valorisatiesite een zeer grote extra kost met zich meebrengt. In de toekomst zal dan ook meer ingezet worden op zeer lokale toepassingen zoals veevoeder of bodemverbeteraar.
Kleine percelen
Naast het transport heeft de grootte van de te maaien BO’s ook een grote invloed op de uitvoeringskost. Er waren voornamelijk BO’s met een te maaien oppervlakte kleiner dan 20 are (20/34 BO’s) ingeschreven in het pilootproject. Deze kleine BO’s, hebben vaak vele hoekjes en kantjes die het voor de uitvoerder moeilijk maken om ze op een efficiënte manier te maaien. Te smalle delen zorgen ervoor dat de tractor slecht kan draaien. Dit resulteerde in grote kosten voor de uitvoerder op kleine BO’s terwijl de vergoeding die de landbouwer moest betalen voor het geleverde werk lager lag dan bij grotere BO’s die op hun beurt dan weer efficiënter en dus met minder kosten gemaaid konden worden.
Zeker voor de maai-laadcombinatie waren deze kleine BO’s zeer moeilijk te maaien omdat er nog een opraapwagen achter de tractor hangt. In de toekomst zal dan ook vaker gemaaid worden in drie werkgangen waardoor zowel het maaien vlotter en dus efficiënter zal verlopen alsook een groter volume aan maaisel getransporteerd kan worden met de opraapwagen.
Wat brengt de toekomst?
Boerennatuur Vlaanderen, Werkers in Aanneming en VLM zullen hun samenwerking blijven verderzetten en zo hun diensten blijven verlenen aan landbouwers in 2024. Voor de voorjaarsmaaibeurt zal aan de landbouwers een vaste aanrijkost van 50 euro per BO bovenop 550 euro/ha/maaibeurt gevraagd worden. Daarnaast zal er voor beheerovereenkomsten kleiner dan 30 are standaard 30 are aangerekend worden. Enkel de landbouwers die binnen het pilootproject reeds ontzorgt werden en enkele landbouwers die reeds aan hun bedrijfsplanner hadden doorgegeven interesse te hebben in de ontzorging van het maaien met afvoer, zullen opgenomen worden in de voorjaarsmaaibeurt. Hierna zal opnieuw een evaluatie gemaakt worden en kan de gevraagde vergoeding aan de landbouwers nog aangepast worden. Indien je als landbouwer interesse hebt om vanaf juni 2024 ontzorgt te worden in het maaien en afvoeren van je beheerovereenkomsten, kan je dit aangeven bij je bedrijfsplanner.