Collectief peilbeheer is deel van de onderzoeksvraag

Datum

Thema

Water

Gebied

Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant, West-Vlaanderen
Contactpersoon

Maarten Raman
0473 22 40 65
maarten.raman
@boerennatuur.be

Water is jouw hoogste goed. Teveel of tekort, we moeten er verstandig mee omspringen. Hoe verstevigen we onze klimaatrobuustheid? Zijn drastische keuzes noodzakelijk? Wat kan mijn buur voor mij betekenen?

Maarten Raman, Boerennatuur Vlaanderen

Nu de watertafel na de hevige wateroverlast van de voorbije weken stilaan begint te dalen, zit menig landbouwer met de vraag of de kwaliteit van de achtergebleven gewassen nog voldoende zal zijn na de eventuele oogst. Wateroverlast zet de relatie met water opnieuw op scherp, want de droogte van 2017 tot en met 2020, 2022 en het voorjaar van 2023 zit bij iedere teler nog in het geheugen gegrift. Mocht het al een beetje verstoft zijn, is de herinnering aan de droogtestress voldoende om te beseffen hoe bepalend water is voor onze gewassen en dieren.

Iedere landbouwer beseft dat onze sector als eerste economische actor de klappen krijgt van de klimaatcrisis. Waterbeschikbaarheid, waterbuffercapaciteit en waterafvoercapaciteit vormen mee de basis van het stootkussen waarmee we onze bedrijven willen beschermen. Het streefdoel is grip krijgen op het steeds meer wispelturige weer.

Watervriendelijke maatregelen

Via VLIF niet-productieve investeringen (NPI) kunnen landbouwers steun ontvangen voor watervriendelijke maatregelen. Zo wordt het plaatsen van stuwtjes of het omvormen van klassieke drainage naar peilgestuurde drainage (PGD) gratis of alleszins betaalbaar. De kennis van peilgestuurde drainage in Vlaanderen neemt sterk toe. Toch zijn er nog verder te onderzoeken onderwerpen. In het VLAIO-project ‘OP PEIL’ krijgt een consortium van onderzoeks- en praktijkinstellingen de kans om verdere vragen te beantwoorden. Zo onderzoekt het project de effecten van peilgestuurde drainage op het tegengaan van de verzilting van de bodem. Ook wordt bekeken wat de meerwaarde zou kunnen zijn van subirrigatie waarbij het water via de drains van de peilgestuurde drainage kan toegediend worden in het perceel. Daarnaast is er reeds een kansenkaart ontwikkeld die op perceelsniveau een inschatting maakt hoe kansrijk peilgestuurde drainage kan zijn. Wil je eens kijken wat de inschatting is voor jouw percelen? De kaart kan je raadplegen op www.waterradar.be. Onder de rubriek ‘andere kaarten’ vind je de peilgestuurde drainage kaart. Momenteel gaat het nog om de bètaversie.

Vernieuwend is dat er onderzocht zal worden hoe het samenspel van verschillende percelen met peilgestuurde drainage een effect kan hebben op elkaar. Onderzoekers van het ILVO, de Bodemkundige Dienst van België en Boerennatuur Vlaanderen zochten én vonden een cluster peilgestuurde drainagepercelen die willen meestappen in het onderzoek. Binnenkort start de implementatie van een meetnetwerk dat de waterstanden zowel binnen als buiten de percelen zal registreren.

Verwachtingen op vier vlakken

Zo wil het consortium nagaan wat de positieve effecten zijn van het collectief inzetten van peilsturing op percelen met peilgestuurde drainage. We denken dat de effectiviteit van de collectieve peilsturing kan toenemen op verschillende vlakken.

Ten eerste is de verwachting dat het effect op de algemene waterstand van de percelen makkelijker stuurbaar is. Om dit te begrijpen, is het belangrijk te beseffen dat het ontwaterend effect van drainage perceelsoverschrijdend werkt. In het verleden zijn effecten in zandige bodems tot wel 100 m buiten het gedraineerde perceel waargenomen. Water opstuwen om drogere periodes te overbruggen kan dus efficiënter werken als in de effectieve omgeving alle ontwaterende elementen worden even stopgezet. Zo’n ontwaterend element kan een slootje of een ander gedraineerd perceel zijn. Als ook je buur het water wil ophouden, loopt er via zijn drainage of perceelsgracht immers geen of minder water weg. Jouw ondergrondse waterbubbel zal dus ook sneller toenemen.

Voorts zal onderling overleg noodzakelijk zijn om tot een soort collectief beheer te komen. De verwachting is door dit overleg dat de kennis van water voor de planten en de bedrijven zal toenemen. Door onderlinge kennisuitwisseling met de landbouwers, zal ook de waternood voor de gewassen beter in beeld komen. De vergaarde monitoringsresultaten zullen overlopen worden met de landbouwers waardoor zij het effect van hun handelingen aan de peilput zullen terugzien op de waterstanden binnen en buiten de percelen.

Samenwerking in de landbouwsector loont. Dat bewijzen de vele machineringen, polderwerkingen, of productiecoöperaties of energieinitiatieven. Is collectief waterbeheer het volgende in dit lijstje? De gevolgen van de klimaatcrisis doen ons nadenken.

Ten derde willen we berekenen hoe groot de ondergrondse waterbuffer is en hoe deze buffer eventueel kan ingezet worden als maatschappelijke dienst. Bovengrondse buffercapaciteit tegen overstromingen is ruimte-intensief. Als de landbouw dat ruimtebeslag kan vermijden of verminderen door hun ondergrond en perceelsgrachten in te zetten, komt hen ook secundair ten goede. Gezamenlijke inzet van buffercapaciteit ten voordele van bebouwd benedengebied kan op termijn extra kansen genereren voor de landbouwer.

Ten laatste wensen we met het collectief terug te gaan in de tijd en te zoeken hoe het watersysteem er uit zag vóór de water afvoerende ingrepen. We wensen dat beeld om goed te kunnen inschatten wat het natuurlijke waterniveau van de percelen was. Op basis van deze beeldvorming kunnen we de impact van waterafvoer en drainage te trachten achterhalen. We bekijken dit breed, zowel naar de landbouwkundige impact als die op het watersysteem.

Het onderzoek loopt over een tijdspanne van 2 jaar. De metingen die dit onderzoek dienen als ondersteuning bij het debat ‘Hoe zijn we in staat om maximaal in te zetten op duurzaam waterbeheer?’.