Water voor weidevogels

Nieuws

Nieuwsberichten

Water voor weidevogels

Datum

Thema

Biodiversiteit

Gebied

Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant, West-Vlaanderen
Contactpersoon

Brecht Herteleer
+32 16 28 60 10
brecht.herteleer
@boerennatuur.be

De meeste van onze weidevogels zijn alweer vertrokken richting het warme Zuiden. Eind februari, begin maart volgend jaar vliegen ze terug, vaak naar dezelfde plek als waar ze dit jaar gebroed hebben. Een plasdraspomp pompt het water uit een nabijgelegen waterloop op het weiland ernaast. Zo ontstaat een drassig grasland met ondiepe plassen waar weidevogels van houden. De gecreëerde plasdras is een ideale habitat voor weidevogels zoals de grutto en scholekster. Als landbouwer kan je door het plaatsen van een plasdraspomp de weidevogels mee beschermen. Zonder boeren geen weidevogels.

Brecht Herteleer, regiocoördinator Boerennatuur Vlaanderen

Plas-dras is een situatie die vroeger meer van nature in het voorjaar optrad. Percelen waren minder gedraineerd en de voorjaren waren natter waardoor er langer water op de lagere delen van de percelen bleef staan. Begin maart worden de drassige weides en graslanden een verzamelplek voor weidevogels die daar hun broedplekje zoeken. In de ondiepe plassen vinden weidevogels makkelijk kleine beestjes om op te eten. De vochtige grond maakt het makkelijker om met hun snavel regenwormen en ander voedsel vinden. Ze kunnen er ook rusten en zich voorbereiden om te paren. Tijdens het broedseizoen is het er ideaal voor kleine kuikens. De kuikens vinden er meer insecten, zijn er mobieler en bij gevaar kunnen ze zich makkelijk verschuilen in het aangrenzende hoge gras. Onze bekendste weidevogels zijn de grutto, kievit, scholekster. In Vlaanderen hebben we ook nog tureluur, waternsip, zomertaling, wulp, slobeend en graspieper.

Zonder boeren, geen weidevogels.

Weidevogels hebben het erg lastig om kuikens groot te brengen, de populatie wordt steeds kleiner en is aan het vergrijzen. Hun broedgebieden staan onder druk door een lage grondwaterstand, het vele en vroege maaien van graslanden en een gebrek aan voedsel. Weidevogels en hun kuikens zijn ook nog eens erg kwetsbaar voor predatie door vossen, marters en ratten.

De beste plek voor het meest effect

Willekeurig plaatsen van plas-draspompen heeft weinig zin. Het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) heeft op basis van de recentste monitoringsdata beheergebieden voor weidevogelsoorten voorgesteld aan de Vlaamse Landmaatschappij (VLM). In deze beheergebieden heeft het plaatsen van een plas-draspomp de grootste meerwaarde aangezien er nog voldoende grote weidevogelpopulaties voorkomen. In Vlaanderen is dit aan de kust, rond de Schelde, in het Noorden van de provincies Antwerpen en Limburg, in heidegebieden en enkele valleigebieden. Je kan kiezen om een lager gelegen deel van  je perceel drassig te maken of om een bestaande greppel onder water te zetten. Zo ontstaat een drassige plas-drasstrook van 10 tot 2O meter.

Een plas-draspomp maakt de lagergelegen delen van weiland drassig zodat weidevogels makkelijk voedsel vinden.

Werking

De pomp werkt volledig autonoom met zonnepanelen en een bijhorende batterij. Via een waterslang wordt het water continu aangevoerd en ontstaat er een zachte stroom over het perceel. De pomp draait niet het volledige jaar maar enkel tijdens en vlak voor en na de broedperiode. Daarna kunnen de bodem en de grasmat zich makkelijk herstellen. Het broedseizoen start op 20 maart en eindigt 15 juli. In de praktijk draait de pomp vanaf half februari tot en met 22 juni.

De vernatting heeft ook landbouwkundige gevolgen. De opbrengst en de voederkwaliteit van het gras daalt en het perceel moet zich herstellen. Het effect is vooral dat het gras trager begint te groeien en dus pas later gemaaid kan worden. In de praktijk kan je pas de eerste keer maaien na 15 juni. In droge periodes zoals de vorige jaren is er een merkbaar hogere opbrengst in het latere voorjaar/zomer door minder effect van droogte. Doordat de vernatting heel lokaal gebeurt, komen de verderop gelegen akkers en weilanden toch tijdig droog zodat daar de landbouwactiviteiten zijn normale gang kunnen gaan.

De samenstelling van het gras kan ook wijzigen, er ontstaat een kruidenrijk grasland met weegbree, witte klaver maar ook pitrus. Uit onderzoek blijkt dat een aandeel van 10 tot 20 procent van dat kruidenrijk grasland in de voedersamenstelling het rantsoen verrijkt met mineralen en meer structuur aanbrengt.

De door de pomp gecreërde plas-dras is een ideale habitat voor weidevogels.

Compensatie en begeleiding

Op bedrijfsniveau dient gekeken te worden of er een perceel in aanmerking komt. De aankoop van een pladraspomp wordt terugbetaald via de niet-productieve  investeringsteun (NPI) van het Departement Landbouw & Visserij met een normbedrag van 2100 EUR per pomp. Er kunnen al pompen aangekocht worden vanaf 500 EUR. De verminderde opbrengst kan gecompenseerd worden met de VLM-beheerovereenkomst ‘Rustperiode 22 juni – plasdras’ tegen 1414 EUR/ha/jaar. Er kunnen in die periode geen landbouwactiviteiten uitgevoerd behalve in sommige gevallen begrazing van twee koeien per ha. Deze beheerovereenkomst is voorlopig nog wel onder voorbehoud van goedkeuring van het nieuwe GLB door de Europese Commissie.

Bij de aanvraag van dergelijke steun kan Boerennatuur Vlaanderen je begeleiden. Neem contact op met Brecht Herteleer (0477 89 54 75 of brecht.herteleer@boerennatuur.be).

Door een weidevogel pomp te plaatsen ben je als landbouwer zelf een deel van de oplossing voor de bedreigde weidevogelpopulaties in Vlaanderen. Gecombineerd met extra maatregelen zoals aangepaste maaidata, botanisch beheer, wildreddend maaien, het gebruik van een akoestische wildredder en het aanleggen van poelen kan je zorgen voor een nog groter positief effect. Op gebiedsniveau is het belangrijk om het landschap in de belangrijke weidevogelgebieden open te houden dus zonder bosjes of hoge bomen(rijen). Deze vormen een ideale uitkijkposten, schuil – en nestplaatsen voor roofvogels, kraaien en andere mogelijke predatoren zoals vossen en marters.