Boeren met een randje

Nieuws

Nieuwsberichten

Boeren met een randje

Datum

Thema

Biodiversiteit, Water

Gebied

Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant, West-Vlaanderen
Contactpersoon

Leen Vervoort
0496 40 60 66
leen.vervoort
@boerennatuur.be

De grote drukte op het veld is weer aangebroken. Dit is het moment om een goed beheer van de teeltvrije zone mee te nemen bij de veldwerkzaamheden. Want wie hier nu over nadenkt, kan heel wat tijdwinst boeken in de toekomst!

Het decreet Integraal Waterbeleid bepaalt dat er geen bodembewerkingen mogen plaatsvinden tot op 1 meter afstand vanaf de bovenste rand van het talud van alle oppervlaktewaterlichamen. Samen met het verbod op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen (uitgezonderd bemesting door rechtstreekse beweiding) ontstaat een strook van 1 meter die geen oogstbare teelt kan voortbrengen noch als grasland gescheurd mag worden. Dit is de zogenaamde ‘teeltvrije zone’.

Langs waterlopen en grachten

Terreinervaring leert dat die teeltvrije zone nog niet langs alle oppervlaktewaterlichamen aanwezig is. Op het terrein is de interpretatie ervan ook niet altijd eenduidig. Daarom is een kaart opgemaakt van waterlopen (uit de Vlaamse Hydrografische Atlas) en grachten (opgenomen in het Grootschalig Referentiebestand) waar de teeltvrije zone zeker moet worden gerespecteerd. Deze kaart kan jaarlijks geactualiseerd worden en is raadpleegbaar op het e-loket van het Departement Landbouw en Visserij. Ze is ook terug te vinden op de afdrukplannen van de verzamelaanvraag. De teeltvrije zone blijft wel deel uitmaken van de rest van het perceel. De bemestingsnormen gelden dus nog steeds voor de volledige oppervlakte van het aangegeven perceel.

©”Bluuft e bitje van de beke”
Er geldt een verbod op bodembewerkingen en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen in de éénmeterstrook vanaf de bovenste rand van het talud van alle oppervlaktewaterlichamen

Doordacht maaibeheer

Op de percelen waar de regelgeving al goed wordt nageleefd, zal zich meestal een strook met een spontane bedekking van grassen en kruiden ontwikkeld hebben. In geval van probleemkruiden in de 1-meter teeltvrije zone mag je geen gewasbeschermingsmiddelen gebruiken, ook niet om bijvoorbeeld akkerdistel plaatselijk te bestrijden. De enige optie om de strook te beheren is maaien. De teeltvrije zone mag je gedurende het hele jaar maaien, maar je doet dat bij voorkeur vóór de probleemkruiden in het zaad komen.

Om de maaiwerkzaamheden uit te voeren, kan je een klepelmaaier of een schijvenmaaier (eventueel met afvoer) gebruiken. Met een smalspoortractor met een side shift maaier of klepelmaaier op arm kan je ook maaien als de teelt op het veld staat, zoals bij mais en aardappelen.

Om de strook verder te verschralen of op zijn minst aanrijking door afgespoelde nutriënten tegen te gaan, is zijdelings afvoeren van het maaisel aangewezen. Daarbij wordt het maaisel afgevoerd in de ploegvoor of weggeblazen op de akker, waar het kan verdrogen of ondergewerkt worden. Zo verarm je de teeltvrije zone en krijgen probleemkruiden minder kans. Met een doordacht maaibeheer put je de hardnekkige wortelstokonkruiden (akkerdistel, grote brandnetel, heermoes, …) uit en krijg je een stabiele grasvegetatie met bloeiende kruiden. Na verloop van tijd zal je maar één keer per jaar moeten maaien.

Laat de zode zeker intact. Onkruiden zoals heermoes ontwikkelen zich net op verstoorde bodems. Dankzij een goede wortelstructuur wordt ook oeverafkalving tegengegaan.

Van proef naar praktijk

In diverse regio’s in Vlaanderen zetten landbouwers al in op een duurzaam randenbeheer. Allerlei samenwerkingsvormen werden op poten gezet, gaande van het jaarlijks collectief laten maaien van de akkerranden (bijvoorbeeld in de regio Beernem, Brugge, Damme, Oostkamp) tot een gemeenschappelijke aankoop en gebruik van een klepelmaaier op arm (Beveren, Kruibeke, Zoersel, …).

Na enkele proefprojecten in Oost- en West-Vlaanderen zijn ook in de provincie Antwerpen trajecten opgestart, om samen met landbouwers een duurzaam randenbeheer na te streven. Zo kunnen landbouwers uit Brecht, Stabroek, Wuustwezel en Zoersel via het Leader-project ‘Boeren op de rand’ beroep doen op een klepelmaaier op arm met wegblaassysteem. “Teeltvrije stroken langs mais- en ruggenteelten zoals aardappelen kunnen mits de juiste bandenkeuze (smalspoor) nog perfect gemaaid worden in juni. Met een klepelmaaier op arm is dat vlot werken”, aldus Stef Aernouts van Loonwerk Aernouts. Ook in de vallei van de Aa wordt hierrond een traject opgestart met landbouwers uit Herentals, Kasterlee, Lille en Vorselaar, hier in het kader van het Water-Land-Schap project {beek.boer.bodem}. Landbouwers met percelen in die gemeenten kunnen aan een voordelig tarief akkerranden laten maaien.

Indien je zelf niet over een geschikte maaier beschikt, is een machine voor gemeenschappelijk gebruik een goede optie. Wil je het maaisel afvoeren, maar heeft de lokale loonwerker of machinering geen geschikte machine? Neem dan contact op met Boerennatuur Vlaanderen via info@boerennatuur.be.

©Boerennatuur Vlaanderen
Randenmaaier met rechtstreekse afvoer van het maaisel op het veld in het kader van Leader-project ‘Boeren op de rand’

Wat met vergroening en beheerovereenkomsten?

Als je meer dan 15 hectare bouwland bewerkt, dan moet je over minstens 5% ecologisch aandachtsgebied (EAG) beschikken om aanspraak te kunnen maken op de gangbare landbouwsubsidies. Een bufferstrook langs een waterloop of een akkerrand (eventueel langs een waterloop) komt in aanmerking als EAG. Heb je reeds een beheerovereenkomst afgesloten voor die strook? Die kan toch meetellen als EAG, maar je krijgt dan een aangepaste vergoeding.

Wie naast de waterloop al een grasstrook heeft aangelegd in uitvoering van een beheerovereenkomst perceelsrandenbeheer, voldoet meteen ook aan de voorwaarden rond de teeltvrije zone. De teeltvrije zone maakt immers integraal deel uit van de strook en hoeft dus niet afzonderlijk geregistreerd te worden. De oppervlakte van de teeltvrije strook wordt mee in rekening gebracht voor de beheerovereenkomst en heeft dus geen gevolgen voor de beheervergoeding.

Klik hier voor het artikel zoals het verscheen in Boer&Tuinder op 01/04/2021

Met steun van