Nieuws
Bufferstrook op maat
Datum
Thema
Gebied
Steve Meuris
016 28 64 55
steve.meuris
@boerennatuur.be
In Antwerpen en Limburg wordt geëxperimenteerd met beheerovereenkomsten op maat binnen het programma Water-Land-Schap. Dit jaar worden op een aantal plaatsen kruidenrijke grasbufferstroken langs waterlopen ingezaaid. Innovatief is dat de landbouwers hierbij meer vrijheidsgraden krijgen.
Steve Meuris, regiocoördinator Boerennatuur Vlaanderen
Beheerovereenkomsten zijn de laatste jaren een veelbesproken onderwerp. Beleidsmatig is het wachten op het nieuwe GLB, op het terrein blijven vragen omtrent effectiviteit of toepasbaarheid het debat voeden. Het is een feit dat beheerovereenkomsten bijzonder restrictief zijn inzake het aantal vrijheidsgraden dat de landbouwer heeft bij de uitvoering ervan. Bovendien kunnen algemene regels nooit voldoende de lokale ruimtelijke context in rekening nemen. Dankzij het programma Water-Land-Schap dat uitgaat van de Vlaamse Landmaatschappij werd een kader gecreëerd om binnen enkele gebieden beheerovereenkomsten op maat uit te testen als demomaatregel.
Niet-productieve kruidenrijke grasstroken
Binnen de gebiedscoalitie {beek.boer.bodem} (Kleine Nete) werden landbouwers bevraagd waarom het aantal beheerovereenkomsten (BO’s) in deze regio ondermaats bleef. De landbouw is hier voornamelijk veeteeltgericht waarbij het intensief grondgebruik, gekoppeld aan een hoge mestdruk en de maximale inzet op de eigen voedervoorziening, een drempelverhogende factor vormt voor het afsluiten van BO’s. De aanleg van bv. perceelsranden neemt belangrijk areaal voor mestafzet en productie in. Naast het oppervlakteverlies werden ook de administratieve last, de lage flexibiliteit zowel inhoudelijk als in contractduur en zelfs de rechtsonzekerheid rond het aantrekken van kwetsbare soorten als drempels vernoemd. Om tegemoet te komen aan een aantal van deze bekommernissen werd geopteerd om zowel in deze regio als in de coalitie Maasvallei en Kempen~Broek (Noordoost-Limburg) op enkele landbouwbedrijven te experimenteren met een meer flexibele vorm van niet-productieve, kruidenrijke grasbufferstroken. Deze bufferstroken sluiten als demomaatregel immers perfect aan op het Water-Land-Schap-programma. Ze beschermen de waterloop tegen vervuiling door meststoffen en bestrijdingsmiddelen, en ook tegen beschadiging door grondbewerking. Bovendien kan op die strook – mits een aangepast maaibeheer en het bijzaaien van kruiden – meer waardevolle vegetatie ontstaan. Die kan pollen en nectar leveren voor allerlei insecten en ook bescherming en voedsel bieden voor anderen diersoorten, zoals akkervogels.
Nieuw aan de bufferstroken die binnen deze werkingsgebieden worden geïmplementeerd, is het feit dat landbouwers meer vrijheidsgraden krijgen bij de uitvoering ten aanzien van de klassieke BO’s. Zo blijft uiteraard het verbod op bestrijdingsmiddelen en bemesting op de strook gelden, maar is er in beide werkingsgebieden de mogelijkheid om de strook (tegen een mindervergoeding) te gebruiken als kopakker of als toegangsweg voor de beregeningsinstallatie. Ook rond de locatie en de breedte van de strook werd flexibiliteit geboden. De inplanting gebeurt bij voorkeur naast een waterloop maar kan in Limburg ook elders goedkeuring krijgen mits akkoord van het projectteam. Zolang een minimumbreedte van 3 meter wordt aangehouden, kunnen stroken variëren in lengte tegen een variabele vergoeding. In Limburg staat het landbouwers ook vrij zelf een zaadmengsel samen te stellen, en konden ze de contractduur mee bepalen. Tot slot zijn er in deze experimentele fase geen repercussies rond de mestbalans.
Flexibiliteit voor duurzaamheid
“De bedoeling van deze experimentele BO’s is het opdoen van ervaring rond het spelen met vrijheidsgraden voor de landbouwer en vervolgens hiervan de effecten op het terrein vertaald zien. Als de ervaringen positief zijn, kan er richting het beleid een positief signaal gegeven worden om in de toekomst de conventionele BO’s flexibeler op te stellen”, aldus Leen Vervoort van Boerennatuur Vlaanderen, partner in {beek.boer.bodem}. “Het programma Water-Land-Schap fungeert immers ook als leerschool voor de overheid. Het is goed dat er binnen dit kader op een laagdrempelige manier kan gekeken worden of minder restricties misschien net meer opportuniteiten bieden voor de waterkwaliteit en de biodiversiteit.”
Het programma Water-Land-Schap fungeert ook als leerschool voor de overheid.
De eerste bevindingen zijn alvast zeer positief. “De deelnemende bedrijven in onze coalitie zijn grote melkveebedrijven. De landbouwers hebben een erg drukke agenda. Toch denken ze actief mee over de inplanting van de strook, het type mengsel en zelfs de aansluiting op de lokale natuurwaarden. Er werd zelfs zonder onze insteek contact gelegd met zowel Natuurpunt als de lokale wildbeheereenheid”, zegt Erwin Christis die het project in Limburg leidt.
Boerennatuur Vlaanderen zal de ontwikkelingen van nabij opvolgen en later op het jaar – wanneer de stroken in volle groei zijn – demo-activiteiten organiseren. Want uiteindelijk telt vooral het resultaat op het terrein.
Met steun van