LOB West-Brabant
Thema
Gebied
Status
Projectomgeving
Joost-Pim Balis
016 28 64 28
joostpim.balis
@boerennatuur.be
Doelstellingen
LOB staat voor Loket Onderhoud Buitengebied. Landschapsonderhoud is vaak heel versnipperd, duur, stopt niet bij de gemeentegrenzen, onduidelijk rond verantwoordelijkheden, heeft vaak geen structureel beheerplan of al de info zit bij 1 persoon. Verder wordt ook niet altijd de juiste uitvoerder aangesproken om de werken zo efficiënt mogelijk tot een goed einde te brengen. Met dit project gaan we samen met lokale actoren op zoek naar de knelpunten en werken we een duurzame beheerplannen uit om zo het landschapsbeheer naar een hoger niveau te tillen. Omdat we niet overal tegelijk kunnen starten, zijn er 6 pilootgebieden geselecteerd in Zaventem, Zemst, Asse, Beersel – Sint-Pieters-Leeuw – Halle, Gooik-Pepingen-Galmaarden-Halle, Ternat-Dilbeek
Het onderhoud van klein landschapselementen (KLE’s), en bij uitbreiding het hele landschap, behoorde vroeger tot het reguliere takenpakket van de landbouwers. Dat komt omdat de landschapselementen een waardevolle functie hadden: oa. leveren van brand- en geriefhout en de gewassen beschermen tegen het vee. Daarnaast hadden ze ook een hoge ecologische functie. Door ontwikkelingen binnen en buiten de landbouw (inzet tractor, gebruik van fossiele brandstof, prikkeldraad, wereldhandel, schaalvergroting, …) hebben de KLE’s hun functie verloren, worden ze niet meer structureel beheerd en geraken ze in een achterstallige en verwaarloosde staat of ze verdwijnen. Dit hangt ook nauw samen met een verlies aan ecologische functies.
De KLE’s liggen vaak op minder goed bereikbare plaatsen, de economische functie ontbreekt wat ook het onderhoud zeer duur maakt en er ontstaan lacunes in het landschapsbeheer. Verschillende uitvoerders zijn vaak los van elkaar aan het werk zonder een overkoepelend plan. Terugkoppeling naar andere actoren gebeurt niet of beperkt (gemeentepersoneel, politiek, landbouwers, jacht, INL-ploegen, vrijwilligers, Natuurpunt, erfgoed, …) Dit maakt het ook onmogelijk om bepaalde doelstellingen (vaak ecologisch) te bereiken en iedereen raakt wat gefrustreerd. Elke potentiële uitvoerder heeft zijn sterke kanten (INL-ploegen, groendienst, landbouwers, vrijwilligers en aannemers). Vaak denkt met niet meteen aan de meest geschikte uitvoerder en samenwerking aan 1 dossier waarin verschillende uitvoerders hun sterke kanten benutten, gebeurt zelden.
Lokale besturen zijn op verschillende manieren verantwoordelijk voor deze onderhoudstaken in het buitengebied, maar worden vaak geconfronteerd met grote uitdagingen. Op Vlaams niveau is er een toenemende vraag naar beheer en opwaardering van het platteland en een duidelijk vraag naar een betere regie, meer coördinatie en visie en financiële middelen ter uitvoering van het onderhoud.
Via dit project willen we hier werken aan een duurzame oplossing door de oprichting van een LOB ofwel Loket Onderhoud Buitengebied, een samenwerking met enkele relevante actoren met als doelstelling:
- Inventarisatie van de landschapselementen, opsporen van lacunes en actorenanalyse
- Versterkte aanbodzijde door stimuleren van gebiedsgerichte samenwerking
- Informeren en sensibiliseren over het noodzakelijke beheer en de achterliggende doelstellingen
- Automatiseren, opvolgen en bijsturen van het landschapsbeheer
- Verduurzamen en uitbreiden na projectfase
Omdat de opstart van dergelijk LOB behapbaar te houden, werden volgende pilootgebieden geselecteerd
- Beheer van holle wegencomplexen in Zaventem: holle wegen in de Brabantse Leemplateaus zijn door hun ontstaansgeschiedenis tegelijk cultuurhistorisch er belangrijk, maar hebben uiteraard ook vaak een hoge natuur- en belevingswaarde. Het beheer is niet alleen technisch complex, maar vaak ook versnipperd qua verantwoordelijkheid over de betrokken landbouwers (schouder, perceelrand) en lokale besturen (zone van de trage weg tot de schouder). De moderne landbouwbedrijfsvoering stelt soms vrij verregaande eisen aan de toegankelijkheid en breedte van de weginfrastructuur in het buitengebied die moeilijk samengaat met en natuurgericht beheer van deze holle wegen. De gemeente Zaventem en een aantal landbouwers zijn vragende partij om het beheer en de toegankelijkheid van deze holle wegen voor landbouwers én recreanten gebiedsgericht te bekijken.
- Onderhoud van houtkanten en grachten in het Westelijk Landbouwgebied van Zemst: Op vraag van de landbouwraad wenst de gemeente Zemst deel te nemen aan dit project om een goede werkwijze te vinden voor het beheren van grachten in combinatie met het reguliere beheer van de houtkanten die meestal net naast deze grachtenstelsels groeien. Een demo (recent georganiseerd door de agrobeheergroep Zemst) van de mogelijkheden om houtkanten deels machinaal te beheren en het innovatieve idee om dit structureel te combineren met de ruiming van grachten heeft lokaal voor animo gezorgd om dit gebiedsgericht aan te pakken o.b.v. een geïntegreerde visie rond houtkanten- en waterpeilbeheer. Om deze aanpak gebiedsgericht uit te testen wordt als pilootgebied het zgn. ‘Westelijk Landbouwgebied’ naar voor geschoven. Deze zone van Zemst-Laar in het westen tot het Schom in het oosten omvat imers een representatief complex aan houtige kleine landschapselementen die zich veelal ook langs grachten bevinden. Een afwegingskader voor inzet van machinaal en handmatig beheer dient hiervoor zeker uitgewerkt te worden na de inventarisatiefase.
- Herstel en beheer van houtkanten en andere houtige kleine landschapselementen in ruilverkaveling Bollebeek in Asse: bij de inrichting van de ruilverkaveling in dit landbouwgebied in Asse werden een aantal kleine landschapselementen aangelegd ter vervanging van deze die bij het herorganiseren van de percelen verdwenen. Het beheer ervan werd overgedragen aan de gemeente Asse. In 2014 werd een agrobeheergroep opgericht om samen met lokale landbouwers dit beheer mee op te nemen en in eerste instantie achterstallig onderhoud van nog bestaande houtkanten uit te voeren. De tijd is nu rijp om met alle partners in dit gebied te weken aan een gebiedsvisie (uiteraard gebaseerd op het originele ruilverkavelingsplan) en verdere stappen te zetten in het herstel en het regulier beheer van het weefsel aan houtige kleine landschapselementen in dit pilootgebied
- Groene parels en oevers in de Zenne- & Zuunvallei (Sint-Pieters-Leeuw – Beersel – Halle): in deze riviervallei lopen momenteel een heel aantal projecten (strategisch project Zennevallei, Plan Boommarter, landinrichting Land van Teirlinck, hermeandering Zuun, natuurproject Lembeek-Noord, Warandepark…). In kader van deze projecten is heel wat inventarisatie en inrichting van landschap/KLE’s gebeurd en verder in uitvoering. Het LOB zal deze elementen opnemen om tot een coherenter beheer van de pilootzone te komen (deelgebied per gemeente). Specifiek voor de riviervalleien en het Zennekanaal is oeverbeheer een belangrijk thema: exotenbestrijding, buffering van landbouw, opnieuw zichtbaar maken van de rivieren en recreatieve ontsluiting. Hiervoor zal ook VMM/W&Z uitgenodigd worden om input te leveren aan het LOB en af te stemmen met Dipla. Andere relevante thema’s in deze pilootzone is afstemming met ANB in kader van Europese natuurdoelen Natura 2000 rond het Hallerbos en het beheer en inrichting van holle wegen voornamelijk in Beersel.
- Aanpak beheer van nieuwe inrichtingen in pilootgebied ‘Zierbeek-Bodegem’ (Ternat – Dilbeek): deze zone is een van de 1 focuszones van Regionaal Landschap Pajottenland & Zennevallei. Het is een gebied waar, door ruilverkaveling oude stijl, heel wat KLE’s en landschapselementen verdwenen zijn maar dat nu in herstel is via samenwerking met gemeenten, milieuraden en inwoners. Met middelen van de Vlaamse overheid (VSGB) wordt in 2018 werk gemaakt van uitbreiding van trage wegen langs de Steenvoordebeek en inrichting langs deze wegen (hagen en andere KLE’s). Samen met andere projecten – herstel molenerfgoed Neeralfenemolen, recente ingerichte plekjes buurt- en speelnatuur – vergen de nieuwe inrichtingen een duidelijker plan voor beheer waar het LOB een antwoord op kan geven. Thema in deze zone is dus plannen van beheer van nieuwe inrichtingen met alle partners en betrekken van de inwoners en buurt hierbij.
- Het ‘Rijk van de Akkervogels’ (Gooik – Pepingen – Galmaarden): in deze drie gemeenten is de verwevendheid van KLE’s met het landbouwlandschap een extra uitdaging. Focus ligt hierbij op de zones die afgebakend zijn door VLM in kader van beheerovereenkomsten akkervogels. Naast de gemeenten is VLM ook een belangrijke partner omdat er een ruilverkavingsproject werd uitgevoerd en overgedragen aan de gemeenten op een deel van Pepingen en Gooik, en een nieuw ruilverkavelingsproject onderzocht wordt voor Gooik waarbij onderhoud een belangrijk thema is. In Galmaarden is momenteel geen VLM project voorzien maar stelt zich de uitdaging van landschapsonderhoud uiteraard evenzeer (in deze gemeente kan ook link gelegd worden naar de dienst landbouw van de provincie die er jaarlijks demonstratie voor landbouw rond erosie aanbiedt). Het inrichten en beheer van acties voor akkervogels wordt deels ook opgenomen door WBE en de lokale vogelwerkgroep zodat het aspect inzet van vrijwilligers hier extra aan bod zal komen.
Projectpartners
Regionaal Landschap Pajottenland & Zennevallei (promotor), Regionaal Landschap Brabantse Kouters, Boerennatuur, Pro|Natura
Breed partnerschap investeert in het beheer van knotbomen en houtkanten in Zemst
In Zemst werd de afgelopen jaren nauw samengewerkt om het landschap te beheren. Dit werd in een filmpje gegoten en rondgestuurd als perstekst.
Getuigenis boer Geert LOB West-Brabant
Brochure LOB
Deze brochure gaat over de algemene LOB-principes en mogelijkheden in heel Vlaanderen. Hierbij werken Regionale Landschappen samen met lokale actoren (oa. landbouwers) rond landschapsbeheer. Ook Boerennatuur Vlaanderen heeft hierin een belangrijke functie te vervullen.