Van houtkant tot in de bodem
Datum
Thema
Gebied
Fleur van Lieshout
0477 33 44 62
fleur.van.lieshout
@boerennatuur.be
In zowat heel Vlaanderen vormen de lage organische-stofgehaltes in de landbouwbodems een belangrijk probleem. Organische stof is echter de sleutel tot een goede bodemkwaliteit, een betere waterhuishouding en nutriëntenbindend en –leverend vermogen etc. Regelmatige aanvoer van vers organisch materiaal kan dit weer op peil brengen. In het Leader-project ‘Koester de Kempense koolstof’ gingen Boerennatuur Vlaanderen, Bodemkundige Dienst van België, Hooibeekhoeve en KU Leuven aan de slag met houtsnippers uit houtkantenbeheer en onderzochten het potentieel ervan als bodemverbeteraar in de landbouw. De resultaten zijn gebundeld in deze praktijkgids.
Koolstofopbouw in de bodem
Houtsnippers zijn ideaal om het organische-stofgehalte in de bodem op lange termijn vele malen sneller te verhogen dan organische mest, teeltresten en zelfs compost. Door hun hoge C/N-verhouding en hoog gehalte aan resistent organisch materiaal breken houtsnippers immers trager af en brengen ze meer effectieve organische koolstof in de bodem, waardoor de koolstofvoorraad duurzaam wordt opgebouwd. Uit de veldproeven bleek dat de positieve effecten van houtsnippers nog weinig of niet zichtbaar zijn in de eerste jaren na toediening. Simulaties met Cslim© tonen echter een stijging van het humusgehalte op lange termijn bij vijfjaarlijkse toedieningen van 40 m³ per hectare en zelfs bij een éénmalige toediening van 150 m³ per hectare!
Stikstof
Een bodemparameter die wel op korte termijn sterk beïnvloed kan worden door het toepassen van houtsnippers, is de hoeveelheid beschikbare stikstof. De afbraak van de houtsnippers door bodemmicro-organismen gaat immers gepaard met een tijdelijke vastlegging van minerale stikstof. Dat kan een gewenst effect zijn (minder stikstofuitspoeling in het najaar en de winter), maar kan ook tijdelijk leiden tot stikstoftekorten bij de gewassen en dus verlies aan opbrengst. Het is daarom zeer belangrijk om na de toediening in het najaar een (vlinderbloemige) groenbedekker in te zaaien, zodat deze stikstof kan opnemen en in het voorjaar opnieuw vrijgeven voor de volgende teelt. Volg in ieder geval ook het minerale-stikstofgehalte in de bodem voor de volgende teelt goed op.
Afval of grondstof?
Om houtsnippers rechtstreeks in te werken op landbouwgronden zijn er twee pistes (VLAREMA-wetgeving): ofwel is men in het bezit van een duurzaam beheerplan voor de houtkanten, ofwel van een grondstoffenverklaring. In het laatste geval, wanneer de houtsnippers initieel als afval worden beschouwd, kan voor dit materiaal en deze specifieke toepassing een grondstoffenverklaring aangevraagd worden bij OVAM. Intussen is OVAM, met de medewerking van de Bodemkundige Dienst van België en Agrobeheercentrum Eco², bezig met het uitwerken van een praktisch wetgevend kader uit voor de milieukundig verantwoorde toepassing van houtige biomassa als bodemverbeteraar.
Landbouw en maatschappij
Door houtsnippers afkomstig van lokaal houtkantenbeheer te gebruiken, worden kringlopen gesloten in het agrarisch landschap. Het opslaan van koolstof in de bodem is tevens een maatregel in de strijd tegen de klimaatverandering en dus een manier om de draag- en veerkracht van ons ecosysteem te versterken. Het kostenplaatje van deze techniek (aanplant- en beheerkost van houtkanten, verwerking, stockage en toediening van houtsnippers, eventuele opbrengstderving door initiële stikstofimmobilisatie) vormt echter een drempel om de techniek in te zetten bij een duurzaam bodembeheer. Maar moet de landbouwer deze kost alleen dragen? Zeker nu Europa meer de kaart trekt van agrobiodiversiteit, is het aan Vlaanderen om dergelijke maatregelen te stimuleren en gedragen door te voeren in het landbouwbeleid.
Met steun van
Met steun van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland. www.vlaanderen.be/pdpo